Passie in beeld
Acht verschillende mensen en acht verschillende passies, samengebracht in de foto-expositie SHINE, onderdeel van Fit For Life. In samenwerking met de acht grote Nederlandse revalidatiecentra bracht fotografe Monique Velzeboer in beeld wat het met mensen doet als zij hun passie volgen. De expositie laat de kracht en het belang van passie zien. De verhalen van de geportretteerden gaan over doorzettingsvermogen, doelgerichtheid en genieten van wat er is bereikt.
Annemarieke Driessen
De eerste gedachte die Annemarieke Driessen had na het krijgen van een dwarslaesie was: “Kan ik nog wel kinderen krijgen?” Haar tweede gedachte: “Het maakt me niet uit wat de artsen zeggen, ik ga voor het hoogst haalbare.” De mindset van Annemarieke vormt een belangrijke sleutel in haar revalidatie en invulling van haar leven sinds ze in het laatste jaar van de Hogere Hotelschool een incomplete dwarslaesie (C4/C5) opliep. Niet alleen is ze sindsdien dichter bij zichzelf gekomen, ook zette ze succesvol een horecaonderneming op in Spanje, begon ze als zzp’er en is ze trotse moeder van Olivier.
Het moederschap is prachtig, maar vereist wel een bepaalde mindset en aanpassingen, erkent ze. Ga er maar aanstaan: je hebt een life changing event als een dwarslaesie en dan komt er ook nog een kindje bij. Dan moet je wel weten wat je wilt. Omdat Annemarieke geen volledige handfunctie heeft, heeft zij meer hulp nodig dan veel andere moeders. “Die hulp moet je wel durven vragen, dat vereist een kwetsbare opstelling.” Natuurlijk zijn er tegenwoordig ook slimme technische oplossingen, maar desondanks zijn er stressvolle momenten. Dankzij een positieve instelling, vertrouwen in zichzelf en het accepteren van hulp laat Annemarieke zich daardoor niet beperken.
Annemarieke geniet nu volop van het moederschap en wil andere vrouwen op het hart drukken ook vanuit een positieve en doordachte insteek de mogelijkheden te onderzoeken: “Voel je vrij van je beperking, een kind zet je beperking toch weer in een nieuw perspectief. Dat merkte ik in het begin ook; toen mijn zoontje net was geboren, kon ik hem niet vastpakken. Dat raakte me, maar die emotie moet je ook toelaten, zodat het vanzelf wegebt. Het is belangrijk om je daar bewust van te zijn; stilstaan bij de dingen die je niet kunt, maar vervolgens doorpakken naar hoe het wél kan. Dan is het moederschap het mooiste wat er is.”
Chris van der Zee
De eerste gedachte van Chris van der Zee na het krijgen van een dwarslaesie was: “Oké, wat zou ik nog wel kunnen?” Zijn tweede gedachte: “Kom maar door met die uitdagingen, ik laat me niet tegenhouden.” Meteen vanaf het noodlottige bedrijfsongeval in 2003, als een bouwkraan op Chris zijn rug valt, toont de aannemer zijn optimistische aard. En zijn eigenwijze aard, zoals anderen het wellicht zullen zeggen. De ras-ondernemer (met T6 dwarslaesie compleet) begint met autorijden, bouwt zijn camper om en stapt op de quad, waarna het begint te kriebelen om te leren vliegen.
Een kort onderzoek op internet brengt Chris bij een vliegclub in België, dat een vliegtuig bezit dat met de hand bestuurd kan worden. “Ik stuur een mailtje, word uitgenodigd en zit een week later in het vliegtuig. Fantastisch!” Helaas blijkt het in Nederland niet zo gemakkelijk. “Vliegen met een dwarslaesie was nog niet bekend hier. Dus toen ben ik het zelf gaan uitzoeken, met ondersteuning van de club uit België. Sindsdien heb ik hier les genomen met een instructeur van de vliegclub in Middenmeer.” Dat blijkt te werken, een nieuwe passie is geboren en Chris vliegt nu minimaal één keer per week. “Als ik vlieg, voel ik me niet beperkt, dan functioneer ik net als iedereen. Vooropgesteld, ik voel me ook niet minder dan een ander, maar ik kan nou eenmaal mijn benen niet bewegen. Maar dat vergeet je volledig in de lucht: het is ultieme vrijheid, ultieme ontspanning, heel rustgevend.”
Blijft het bij het vliegen? Natuurlijk niet! Chris is alweer bezig met zijn volgende uitdaging: “Het liefst zou ik mijn instructeursbrevet halen om mensen zelf les te kunnen geven. Ik hoop binnenkort aan de opleiding te beginnen. Dat is natuurlijk weer nieuw en ik zal genoeg moeten regelen. Maar ik zie niet in waarom ik dat niet zou kunnen…”
Djurney Broekhof
Al vanaf haar geboorte is duidelijk wat een doorzetter Djurney Broekman is. Als peuter duwde ze zichzelf op een kunststof ‘rola’ met haar armen voort, om later zelfstandig te kunnen rollen met een rolstoel. Djurney is geboren met spina bifida (een open ruggetje) en is verlamd vanaf het midden van haar rug. Daardoor is zij volledig rolstoelgebonden. Veel activiteiten in het leven leken onmogelijk haalbaar, aldus de artsen. Maar Djurney heeft tot op de dag van vandaag al veel mensen versteld doen staan met haar mentale en fysieke doorzettingsvermogen.
Zo geniet ze bijvoorbeeld enorm van keukenwerk tijdens haar dagbesteding bij Friends at Work op het Friendship Centre: “Hier mag ik helpen koekjes bakken, helpen serveren aan de ouderen van de Riki Stichting die hier sporten en natuurlijk moeten we ook opruimen.” Dat is niet alleen gezellig, maar hierdoor leert Djurney ook steeds nieuwe dingen.
Tijdens het bakken kan Djurney helemaal opgaan in haar eigen wereld. Het voorbereiden volgens de hygiëneregels, het klaarzetten en mengen van ingrediënten, het kneden van het deeg om vervolgens de leukste figuurtjes uit het deeg te steken, ze is er druk mee. Dit alles onder de leiding van de chef Peter Bak. Hij vertelt: “Het is heerlijk om met Djurney en de anderen van de dagbesteding te werken. In het begin wist ze niet wat ze met dat plakkerige deeg aan haar vingers aan moest en zie haar nu het deeg eens rollen. Prachtig om te zien wat voor sprongen ze in haar ontwikkeling maakt.” Djurney bewijst iedere dag hoe belangrijk het is te doen wat je leuk vindt, daarmee worden veel hobbels overwonnen. Ook al kan je veel dingen niet (meer) op de manier zoals iedereen ze kan: “Als je het wilt, kan je echt heel veel!”
Hugo van Iersel
De eerste gedachte van Hugo van Iersel na het krijgen van een dwarslaesie was: “Ik kan nooit meer hockeyen.” Zijn tweede gedachte: “Met welke sport zou ik naar de Paralympische Spelen kunnen?” Het typeert Hugo die ondanks zijn complete C5/C6-dwarslaesie met een topsportersmentaliteit door het leven gaat. De vroeger op hoog niveau spelende hockeyer moest zijn hockeydromen opzijzetten, maar kreeg daar een paralympische droom voor in de plaats. Als lid van de Nederlandse rolstoelrugby-selectie heeft hij de kans die droom te verwezenlijken; volgend jaar wil hij met zijn team deelnemen aan de Paralympische Spelen in Tokio. Rugby geeft hem een doel, vrijheid, voldoening, referentie en sociale contacten.
Als Hugo na zijn ongeluk revalideert, zegt de verpleegkundig specialist al snel dat hij ‘perfect is voor rolstoelrugby’. Het blijkt een schot in de roos. De vrijheid en voldoening die het rugby en de paralympische droom hem geven, betekenen veel voor Hugo. Rugby wordt daarom Hugo’s nieuwe ambitie. Sinds vorig jaar is hij onderdeel van het Oranje Talententeam, dat de basis moet vormen voor kwalificatie voor de Paralympische Spelen.
Bij hoge ambities hoort ook teleurstelling. Bij het EK hoort Hugo dat hij de laatste afvaller van het Nederlands team is. Even twijfelt hij of hij de sport nog wel wil blijven doen, maar dit verandert al snel in nog harder zijn best willen doen. Zowel fysiek als tactisch. “Ik wil nog zoveel beter worden, ook al is het frustrerend dat ik nooit beter wordt dan binnen de kaders van mijn fysieke mogelijkheden. Ik word als 1-punter bijvoorbeeld nooit zo snel als een 3-punter.” Hugo heeft het over het classificatiesysteem binnen de sport dat is gerelateerd aan fysieke mogelijkheden. Hij vervolgt: “Maar ik kijk ook naar de internationale 1-punters, sommigen daarvan behoren tot de besten van de wereld.” Dus of we Hugo zien schitteren in Tokio in 2020? “Volgend jaar ben ik er gewoon bij, Tokio here we come.”
Jolanda Kieneker
De eerste gedachte van Jolanda Kieneker na het krijgen van haar dwarslaesie was: “Zou ik echt nooit meer kunnen lopen?” Haar tweede gedachte: “Het is niet het einde van de wereld.” Deze kracht typeert Jolanda, die ondanks haar dwarslaesie op jonge leeftijd, niet denkt in beperkingen, maar in mogelijkheden. Haar grote passie is kunst, met name schilderen. Schilderen levert haar veel voldoening, sociale contacten en motivatie op om eropuit te gaan en vreugde wanneer ze anderen blij maakt met haar werk.
Jolanda raakt op 13-jarige leeftijd al verlamd. Ze heeft een dwarslaesie TH 6-7 ten gevolge van een abces dat uiteindelijk TH 12 wordt en moet daarmee leren leven. “Psychische hulp was er toen nog niet. Ik moest ‘gewoon’ revalideren en hopen op zoveel mogelijk functieherstel.” Tijdens haar revalidatie tekent en schildert ze veel. Dit helpt haar niet alleen functioneel, maar ook emotioneel, als uitlaatklep van de heftige periode. Later gaat ze naar de kunstacademie en maakt ze van kunst haar werk. Jolanda heeft nu een atelier aan huis waar ze altijd bezig is met nieuwe werken. Ze straalt als ze uitlegt wat ze er zo mooi aan vindt: “Ik vind het prachtig om scheppend bezig te zijn. Vooral het maken van sprekende portretten heeft mijn hart.”
Ondanks haar leven in een rolstoel is ze niet bang om eropuit te trekken. Zo reisde ze recent naar Iran. Een prachtige reis met twee gezichten. “We kwamen een jongen tegen die altijd op bed lag, omdat hij niet kon lopen. Er was geen geld om zijn situatie te veranderen en helaas is het daar niet zo goed geregeld als in Nederland.” Eenmaal terug in Nederland zamelt ze geld in om een rolstoel, een bed en een zuurstofapparaat naar Iran te versturen. Wat Jolanda iedereen mee wil geven: “Zie je rolstoel als een positief middel, want het vergroot je wereld. Zoek naar je talenten, naar wat je gelukkig maakt en ontwikkel je!”
Jos Keersmaekers
De eerste gedachte van Jos Keersmaekers na het krijgen van een dwarslaesie was: “Ik wil weer lopen.” Zijn tweede gedachte: “Ik kan eigenlijk nog best veel als ik mezelf met anderen vergelijk. Dus kom op: aanpakken die handel.” Het toont de veerkracht van de Limburgse Jos die na een ongeluk met een familieschommel op 46-jarige leeftijd met een T12 L1 laesie in een rolstoel terecht komt. Na een langdurig revalidatieproces pakt Jos zijn vrijwilligerstaken weer op en vindt daarnaast nieuwe manieren om te ontspannen en in beweging te blijven. Dit levert hem niet alleen veel sociale contacten op, zijn gezondheid is ook verbeterd en hij kan blijven doen waar hij altijd van heeft genoten: het leven vieren.
Het ingrediënt ‘mentaliteit’ komt voort uit Jos’ bezige bestaan voor het ongeval: werkzaam bij Philips, actief bij de vrijwillige brandweer, vrijwilliger bij het Rode Kruis en bestuurslid van de handbalclub van zijn vrouw. Jos heeft een vrijwilligershart dat ook na het ongeval maatschappelijk blijft kloppen, onder meer als planner bij ‘het Huis van Nicolaas’, vaste penningmeester van het zogenaamde ‘Vaderkamp’ op de scoutingclub van zijn zoon, organisatielid van de Fakkelestafette Weert – Brussel – Weert en tot slot helpt hij wekelijks verstandelijk gehandicapten met de computer werken.
Omdat hij ook ontspanning zoekt, gecombineerd met zijn passie voor het ontdekken van andere plaatsen, ‘herontdekt’ Jos de wheeler. Het liefst gaat Jos met een maatje op pad, maar hij legt ook zeker genoeg kilometers in zijn eentje af. “Ik heb al veel mooie plekken ontdekt, zoals de Veluwe, Texel, Luxemburg en België.” Jos voelt zich fitter, kijkt niet op een drempel meer of minder en krijgt een hoop energie van zijn avontuurlijke geest. En dat kan hij weer gebruiken voor al zijn vrijwilligersfuncties. Wat Jos aan iedereen wil meegeven: “Trek erop uit, ga naar buiten! Vind je hobby en ga ervoor, er is voor iedereen wel wat leuks en geschikts. Achter de geraniums zitten kan altijd nog.”
Maarten Jorissen
De eerste gedachte van Maarten Jorissen na het krijgen van een dwarslaesie was: “Ja, dit is dus een dwarslaesie.” Zijn tweede gedachte: “Mijn leven is niet voorbij, mijn vrienden helpen mij uit het water en dan komt het goed.” Vol vertrouwen in zichzelf, zijn vrienden en de toekomst; het is Maarten ten voeten uit. Een slimme, positieve en sociale jongen die alles uit het leven haalt. Ondanks zijn recente, hoge incomplete dwarslaesie op C5 niveau, studeert hij en onderneemt hij van alles met zijn vrienden en zijn jonge hond Clarence.
Na een zwembadongeluk ligt Maarten een maand op de Intensive Care, waarna hij tien maanden revalideert. Bij thuiskomst in juli 2017 pakt Maarten zijn leven snel weer op. Naast de functionele aanpassingen denkt hij dat een (hulp)hond het plaatje compleet zou maken; een hond die hem kan helpen met praktische handelingen, zoals lades optrekken en schoenen pakken. “In het asiel vonden we Clarence, een labradorachtige hond die leek op de hond die we vroeger hadden. Ik was meteen verliefd.” En het blijkt een schot in de roos; in de tijd dat Clarence nu bij Maarten is, brengt hij veel extra liefde. “Door zijn enthousiasme elke ochtend, krijg ik zelf ook zin om de dag te beginnen.” Maarten leidt hem op tot hulphond.
Daarnaast is hij ook druk met zijn studie. Na zijn bachelor International Business Law voor het ongeluk, is hij nu bezig met de master Ondernemingsrecht. “Fysiek kan ik niet meer alles, maar mijn hoofd doet het nog prima.” En dat blijkt: na het eerste semester stond hij een 8,7 gemiddeld. “Mijn ouders vinden mij zelfs een nerd nu. Maar ik ga ook nog gewoon gezellig met mijn vrienden wat eten of drinken hoor.” Maartens doel? Een baan in de advocatuur. “Ik vind dat ik heel veel geluk heb gehad dat ik de ruimte krijg om mijn leven opnieuw te ontdekken. En dat ik familie en vrienden heb die mij hierbij volop steunen.”
Niek de Jonge
De eerste gedachten van Niek de Jonge na het krijgen van een dwarslaesie was: “Ik wil weer lopen.” Zijn tweede gedachte: “Ik wil weer auto kunnen rijden.” Het geeft de persoonlijkheid van Niek meteen goed weer: een sterke, jonge man voor wie geen uitdaging te groot is en met één grote passie: auto’s. Deze kracht heeft Niek altijd gehad, die leeft met een lage dwarslaesie als gevolg van een hersentumor met uitzaaiingen in de onderrug. Ondanks het langdurige revalidatieproces geloofde Niek altijd in zijn herstel, met als doel zo snel mogelijk weer de dingen doen die hij altijd deed: sleutelen aan auto’s en eropuit trekken.
Zijn passie voor techniek heeft Niek al van kind af aan. “Als jonge jongen was ik alleen maar bezig met brommers verbouwen, tot op mijn 18e auto’s interessant werden. Toen ik in een rolstoel terecht kwam, was ik niet van plan om die passie op te geven. Het heeft wel even geduurd voordat ik weer kon sleutelen aan auto’s, ik was lange tijd nog niet sterk genoeg.” Maar dwarslaesie of niet, Niek ligt onder auto’s, sleept met motorblokken en verbouwt eigenlijk nog steeds alles aan auto’s. “Ik ben ook blij met mijn aangepaste BMW, zodat ik met handgas en -rem zelfstandig kan rijden.”
Niek volgt nu een re-integratie traject bij Davina Werkt. “Dat is een traject met als doel een geschikte werkplek te vinden. Ondertussen leer en creëer ik mijn eigen werk door bijvoorbeeld een lastafel te bouwen. Onlangs lanceerden hij ook samen met zijn vriendin ‘Take it Laesie’, waarmee het stel via social media hun avonturen en roadtrips delen, ter inspiratie voor anderen. Mooie ambities die de nuchtere Twent zelf verpakt in een duidelijke boodschap: “Mensen in een rolstoel moeten niet zeuren, maar gaan ontdekken wat er nog kan.”